-
1 vroeg of laat
vroeg of laat -
2 vroeg of laat
vroeg of laatsooner or later, eventually -
3 vroeg of laat
früher oder später -
4 vroeg of laat
adv. sooner or later -
5 vroeg of laat moet het toch gebeuren
vroeg of laat moet het toch gebeurenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vroeg of laat moet het toch gebeuren
-
6 van vroeg tot laat
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van vroeg tot laat
-
7 vroeg
1 [aan het begin (van de dag), tijdig] early2 [eerder dan verwacht] early ⇒ 〈 met betrekking tot mensen ook〉 young, 〈 in het bijzonder met betrekking tot geboorte en dood〉 premature, 〈 alleen ná zelfstandig naamwoord〉 ahead of time♦voorbeelden:deze prent behoort tot het vroegste werk van Seghers • this print is one of Seghers' earliest worksvan vroeg tot laat • from dawn till dusk/darkje moet er vroeg bij zijn • you've got to get in quicklydat moet je vroeg leren • you have to learn that younghij toonde al vroeg tekentalent • he showed artistic talent at an early agevolgende week is vroeg genoeg • next week is soon enoughniet vroeger dan … • not before …, … at the earliesthet is nog vroeg • 〈met betrekking tot dag; schertsend〉 the day is still young; 〈 met betrekking tot avond〉 the night is still young's morgens vroeg • early in the morningde mensen trouwen steeds vroeger • people get married younger and youngerje moet niet te vroeg juichen • don't count your chickens (until/before they're hatched)het is nog te vroeg om er iets zinnigs over te zeggen • it's early days yet/too soon yet/still premature to say anything useful about itik ben vandaag vroeg klaar • I'm/I'll be off/finished early todayvroeg of laat moet het toch gebeuren • sooner or later it has to happen -
8 vroeg
♦voorbeelden:vroeg in de morgen • de bonne heure le matinvroeg op de ochtend • au début de la matinéeze zijn te vroeg getrouwd • ils se sont mariés trop jeuneshet is nog te vroeg • il est encore trop tôthij is te vroeg • il est en avancede bus is 5 minuten te vroeg • le bus a 5 minutes d'avancedat had je vroeger moeten doen • tu aurais dû faire ça plus tôthij kan op zijn vroegst om zeven uur hier zijn • il pourra être ici à sept heures au plus tôteen vroege lente • un printemps précocewij hebben dit jaar een vroege Pasen • Pâques tombe tôt cette annéeeen te vroeg geboren kind • un enfant né avant termevroeg sterven • mourir jeunede vroegste tijden • les temps les plus reculésik heb een vroege trein genomen • j'ai pris le train le matin de bonne heurehet vroegste werk van de schilder • les oeuvres de la première période du peintrevroeg of laat • tôt ou tardvroeg oud • vieilli avant l'âge -
9 laat
1 late♦voorbeelden:een wat late reactie • a rather belated reactionis het nog laat geworden gisteravond? • did the people stay late last night?, did you work late last night?wat is het al laat! • look how late it is!daar kom je wel wat laat mee • it's rather late in the day (to do that)laat opblijven • stay up lategisteravond laat • late last nighthoe laat is het? • what's the time?, what time is it?hoe laat? • what time?, when?hoe laat heb jij het? • what time do you make it?hoe laat beginnen we? • what time do we start?'s avonds laat • late at nightte laat komen (op school/kantoor/je werk) • be late (for school/at the office/for work)een dag te laat • a day late/overdue〈 figuurlijk〉 is het weer zo laat? • here we go again!laat in de middag/het voorjaar • in the late afternoon/springvan vroeg tot laat • from dawn till dusk -
10 ergens te vroeg/laat mee komen
ergens te vroeg/laat mee komenbe too early/late with somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens te vroeg/laat mee komen
-
11 früh
früh1♦voorbeelden:am frühen Morgen • vroeg in de morgenfrüh verstorben • vroeg gestorvenes ist noch früh am Tage • het is nog vroeg op de dagvon früh an, auf • van jongs af, van kindsbeen (af)früher oder später • vroeg of laat————————früh2〈 bijwoord〉1 vroeg (in de morgen), 's morgens vroeg♦voorbeelden:morgen früh • morgenochtend vroegvon früh bis spät • van 's morgens vroeg tot 's avonds laat -
12 early
adj. vroeg--------adv. vroegearly1[ ə:lie] 〈bijvoeglijk naamwoord; earliness〉2 spoedig♦voorbeelden:1 early bird • vroege vogel, vroege opstaanderkeep early hours • vroeg naar bed gaan en vroeg opstaanearly retirement • VUT, vervroegd pensioenan early riser • iemand die vroeg opstaatearly warning system • netwerk van waarschuwingsradar〈 spreekwoord〉 the early bird catches the worm • de vroege vogeltjes vangen de wormpjes; vroeg begonnen, veel gewonnen3 the early Celts • de oude/eerste Kelten————————early2〈 bijwoord〉1 vroeg ⇒ (in het) begin, tijdig2 te vroeg♦voorbeelden:early closing day • verplichte sluitingsmiddagearly or late • vroeg of laatearly on (in) • al vroeg, al in het begin -
13 tôt
tôt [too]〈 bijwoord〉2 spoedig ⇒ snel, gauw♦voorbeelden:un peu plus tôt, un peu plus tard, un jour plus tôt, un jour plus tard • vroeg of laat, vandaag of morgenle plus tôt sera le mieux • hoe eerder hoe beterne … pas plus tôt … que … • niet zodra … of …, nauwelijks … of …au plus tôt en 1908 • op z'n vroegst in 1908ce n'est pas trop tôt! • het werd tijd!, eindelijk!le plus tôt possible, au plus tôt • zo snel, vroeg mogelijkpas de si tôt • voorlopig nietadv1) vroeg2) spoedig -
14 soon
adv. spoedig, snel; zo gauw mogelijk; onmiddelijk; vroegsoon1[ soe:n] 〈bijvoeglijk naamwoord; sooner〉1 snel ⇒ vlug, vroeg♦voorbeelden:————————soon2〈 bijwoord〉1 spoedig ⇒ gauw, snel (daarna)♦voorbeelden:he soon saw me • hij zag me gauwspeak too soon • te voorbarig zijnthe sooner the better • hoe eerder hoe betersoon(er) or late(r) • vroeg of laat, uiteindelijkas soon as • zodra (als), meteen toen/alsno sooner … than • nauwelijks … ofno sooner had he arrived than she left • nauwelijks was hij aangekomen of zij ging al wegas soon as not • liever (wel dan niet)I'd (just) as soon stay home • ik blijf net zo lief thuishe would sooner die than apologize • hij gaat liever dood dan dat hij zijn verontschuldigingen aanbiedt -
15 dawn
n. krieken (v.d. dag), (het) opgaan (v.d. zon); verschijnen, bedenken--------v. krieken (v.d. dag), schijnendawn1[ do:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:dawn is breaking • de dag breekt aanat dawn • bij het krieken van de dagfrom dawn till dark • van de ochtend tot de avond, van vroeg tot laat————————dawn2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:it dawned on me • het begon me te dagen, het drong tot me door -
16 early or late
-
17 from dawn till dark
from dawn till darkvan de ochtend tot de avond, van vroeg tot laat -
18 soon(er) or late(r)
vroeg of laat, uiteindelijk -
19 un peu plus tôt, un peu plus tard, un jour plus tôt, un jour plus tard
un peu plus tôt, un peu plus tard, un jour plus tôt, un jour plus tardvroeg of laat, vandaag of morgenDictionnaire français-néerlandais > un peu plus tôt, un peu plus tard, un jour plus tôt, un jour plus tard
-
20 of
of1 [bij tegenstelling] (either …) or2 [verklarend] or3 [na ontkenning of restrictie] (hardly …) when; (no sooner …) than4 [toegevend] although, whether … or (not), no matter (how/what/where 〈enz.〉 )5 [alsof] as if, as though6 [bij twijfel/onzekerheid] whether, if7 [achter vraagwoorden] 〈zie voorbeelden 7〉8 [bij verzwegen hoofdzin] 〈zie voorbeelden 8〉9 [als sterke bevestiging] certainly♦voorbeelden:je krijgt of het een of het ander • you get either the one or the otherhet is óf het een óf het ander • you can't have it both waysze zei weinig of niets • she said little or nothingmin of meer • more or lessvroeg of laat • sooner or later, eventually2 de influenza of griep • influenza, or flu3 nauwelijks was hij thuis of de telefoon ging • hardly/scarcely had he come in when the telephone rang, no sooner had he come home than the telephone rangik weet niet beter of … • for all I know …het kan niet anders of ze is ziek • she must be iller gaat geen dag voorbij of hij bedrinkt zich • not a day goes by without him getting drunkhet is net of het regent • it looks as if it's raining6 ik vraag me af, of hij komen zal • I wonder whether/if he'll comede vraag is of we hem nodig hebben • the question is whether we need himde vraag is óf hij komt • the question is whether he's coming at allwanneer of ze komt, ik weet 't niet • when she is coming I don't know8 of hij nog leeft? • are you asking me whether he's still alive?9 nou en of! • you bet!of ik blij ben! • am I glad!¶ een dag of tien • about ten days, ten days or sohou je mond of ik doe je wat • shut up or you'll be sorry
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Eric de Kuyper — (born 2 September 1942, Brussels) is a Belgian experimental film director and writer.He is a fan of melodrama and love songs, and specialises in silent films in the style of Alfred Machin and Yevgeni Bauer. The central topic of his films is… … Wikipedia
Paul Scheffer (Journalist) — Paul Scheffer (* 1954) ist ein niederländischer Professor, Soziologe und Journalist [1] und prominentes Mitglied der Partij van de Arbeid. [2] Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Privatleben 3 … Deutsch Wikipedia
Wiel Kusters — (* 1. Juni 1947 in Spekholzerheide) ist ein niederländischer Dichter, Autor und Literaturwissenschaftler an der Universität Maastricht. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Bibliographie 2.1 Poesie/Lyrik … Deutsch Wikipedia
Küchlein (Gallina) — 1. Besser heut ein Küchlein als morgen ein Huhn. – Reinsberg IV, 15. Die Hebräer: Ein kleiner Kürbis gleich ist besser als ein grosser später. (Reinsberg IV, 15.) Ein Kibitzei in der Hand gilt vor dem Kibitz im Röhricht. (Altmann V, 102.) 2. Das… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sonnabend — (s. ⇨ Saterdag). 1. De Sünnabend gehört de Fro, de Wêk (Woche) dem Manne. (Holst.) – Schütze, IV, 226. Sagen scheuerlustige Frauen. Ueber den Sonnabend hat die Frau zu gebieten und lässt sich an diesem Tage das Scheuerfest nicht nehmen, über die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sonntag — 1. All Dage is kîn Sonndag. (Oldenburg.) – Firmenich, I, 232, 28. 2. Alle Dag Sinndag on ön e Mödd noch e Höllgedag. – Frischbier2, 3536. 3. Am Sinndag grawe öss kein Sünd, denn öck heww e Krîz väre on e Krîz hinge. (Elbing.) – Frischbier2, 3535 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Früh — 1. Allzu früh kommt auch unrecht. – Sailer, 114. 2. Beter to froh as to lât. (Ostfries.) – Bueren, 57; Frommann, II, 390, 70; für Attendorn: Eichwald, 567; Firmenich, I, 356, 6; für Steiermark: Firmenich, II, 768, 111; hochdeutsch bei Kirchhofer … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weise (Adj.) — 1. Ach leider, ich bin geworden weiss, dass wer da zymmert vff dass eiss, syn kost vnd arbeit moias verlesen, dan es mag nit abzyt fresen. – Weinsberg, 59. 2. Allzu weis kann nichts beginnen und allzu närrisch nichts ersinnen. Holl.: Al te wijs… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Aufstehen — 1. Aufstehen früh hat Müh . 2. Beim Aufstehen von der Tafel erkennt man das Fest. 3. De upsteit, de sîn Ste(de) vergeit. (Oldenburg.) 4. De upsteit, verläst sien Stede. (Ostfries.) 5. Dem, der früh aufsteht, hilft Gott und leitet ihm die Hand. 6 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon